Overslaan en naar de inhoud gaan

TDM - Posaconazol

J - Antiinfectives For Systemic Use -> J02 - Antimycotics For Systemic Use -> J02A - Antimycotics For Systemic Use -> J02AC - Triazole Derivatives -> J02AC04 - Posaconazole

Reden voor TDM: spiegelcontrole van posaconazol is nodig vanwege individuele verschillen in resorptie, metabolisme en interacties.

 

Spiegelbepaling: dalspiegel 3-4 dagen na start toediening. Steady-state pas na 7 dagen, echter vanuit praktische overwegingen eerder spiegelbepaling (patiënt gaat veelal naar huis).

 

Streefwaarde:

Profylaxe: > 0,7 mg/L. Bij te lage spiegel dient de dosering te worden verhoogd; indien op dag 3-4 de dalspiegel ≥ 1,4 mg/L is, kan de dosering worden verlaagd van 1 dd 300 mg naar 1 dd 200 mg.

Therapeutisch: > 1,5 mg/L bij 'Intermediate’ gevoelige en > 1 mg/L bij ‘Susceptable’ gevoelige Aspergillus. Bij een te lage dalspiegel kan de dosering worden opgehoogd.

 

Vervolgspiegels:

Bij dosisaanpassing dient na 4-5 dagen de spiegel te worden gecontroleerd en op indicatie (vermoeden therapie falen of toxiciteit).

 

Bron: instructie AHZ

Related medications
Metadata

Bijgewerkt: 07/26/2021 - 14:22
Status: Published