fractuur gerelateerde infecties (FRI)
Categorie
Metadata
Swab vid: G-501550.8
Bijgewerkt: 10/05/2024 - 18:17
Status: Published
Swab vid: G-501550.8
Bijgewerkt: 10/05/2024 - 18:17
Status: Published
Algemene opmerkingen
Opstarten van empirische therapie in principe pas na DAIR of op z'n minst na afname van diepe biopten voor kweek. Eerder starten van antibiotica is alleen geoorloofd bij patiënten met een sepsis.
Empirische therapie: flucloxacilline 6 gram/24 uur i.v. (1 gram i.v.oplaaddosis, daarna 6 gram/24 uur continue infusie). Eenmalige gift tobramycine 7 mg/kg i.v. wanneer het de onderste extremiteiten betreft.
Antibiotica behandeling op verwekker:
S. aureus
(en coagulase-negatieve stafylokokken, indien flucloxacilline gevoelig)
Flucloxacilline 6 gram/24 uur i.v.
Toevoegen rifampicine 2 dd 300mg p.o. zodra stam bewezen gevoelig is
Levofloxacine 2 dd 500mg indien ook rifampicine gegeven kan worden
Alternatieve opties zijn bijvoorbeeld clindamycine 3 dd 600 mg, cotrimoxazol 2 dd 960 mg
Coagulase-negatieve stafylokokken
MRSA
Vancomycine 2 dd 1500mg i.v.,
Dosis aanpassen op grond van spiegel
Streptokokken
Cutibacterium acnes
Vancomycine 2 dd 1500mg i.v.,
Dosis aanpassen op grond van spiegel
Afhankelijk van antibiogram
Landelijk FMS protocol: Startpagina - Diagnostiek en behandeling van fractuur-gerelateerde infecties (FRI’s) - Richtlijn - Richtlijnendatabase